Auteur: Bertie Velthuis
Sinds 2015 is er, vaak in aller stilte door leden van diverse Historische of Heemkundeverenigingen gewerkt aan het zo veel mogelijk weer zichtbaar maken van de vroegere Marken. Het Platform Markestenen en Markegrenzen in Twente kwam op 28 november 2015 voor het eerst bijeen in de Oudheidkamer Twente aan de Stroinksbleekweg te Enschede. Bij die bijeenkomst waren 14 historische verenigingen (Heemkundeverenigingen) aanwezig. Een van deze 14 was de Heemkundevereniging Borne. “Gelijktijdig” hiermee werd in het Jaarboek Twente 2016 het artikel “Red de Markestenen”, geschreven door Gerard Post, Erik Rolevink en Harry van de Sleen, geplaatst. In betreffend artikel wordt verteld over het “geruisloos” verdwijnen van deze stenen. Hiervan worden een groot aantal voorbeelden genoemd.
Zo is er het voorbeeld van ’de steen in de landweer’ Het is een veldkei die tot begin 1978 op zijn plek lag: in de berm van wat nu de A35 is, op de grens van de gemeenten Borne en Hengelo. Juist voor de aanleg van de weg werd de steen veiliggesteld door de grondeigenaar. In eerste instantie lijkt hij bereid de steen terug te laten plaatsen, maar later weigert hij met opmerkingen als “ik ga niet weer door de knieën met die markesteen” en “hij is van mij, en hij blijft van mij”. De zaak kreeg in 1978 en 1979 volop aandacht in de regionale media. De steen lag daarna jaren onder een berk op het erf van de boer. Nu is de betreffende boerderij afgebroken en de steen verdwenen. Meer concreet gaat het over een steen die de grens tussen de Marken Zenderen-Bornerbroek en Woolde aangaf (Markesteen 21). Landbouwer J.W. ter Braak aan de Veldkampsweg geeft als reden dat nu er plannen zijn voor een wrakkenterrein aan deze weg, waarbij “wij boeren het onderspit moeten delven”. Kennelijk is hij het met deze plannen niet eens. De boerderij is in 2001 afgebroken. Hierbij is de steen ‘verloren’ gegaan. Gesteld wordt dat deze stenen tot het cultureel erfgoed behoren. De grenzen en grensstenen representeren een geschiedenis van honderden jaren, en daarmee behoren ze tot het Twentse landschap en ons cultureel-historisch erfgoed. Lokale overheden zouden deze stenen aan hun culturele waardekaarten moeten toevoegen. Bij het verlenen van bouwvergunningen en het uitvoeren van civiel technische werken zouden ze, met enige aandacht en zorg, in een project in te passen zijn. Maar ook een onvermijdelijke verplaatsing van de steen is te prefereren boven een verdwijning. Omdat de markeringen van de vroegere Markegrenzen tot het Twentse landschap en tot ons cultuur-historisch erfgoed behoren is actie nodig om de nog bestaande markeringen te behouden. Binnen onze vereniging is de oproep van het Platform Markestenen en Markegrenzen Twente door met name Joop Kroeze, incidenteel ondersteund door Frans Nijkamp en de schrijver van dit artikel opgepakt.
Marke
In de oude organisatiestructuur van Twente speelde de Marke een belangrijke rol. De Marke beheerde namens de eigenaren van de grote(re) boerderijen, de gewaarde erven, de gemeenschappelijke gronden, zoals de bossen, venen, heidegebieden en weilanden. Er werden onderlinge afspraken gemaakt over het gebruik van hout, veen, veld (heidegebieden) en weidegronden. Deze afspraken werden gemaakt tijdens de jaarlijkse Markevergadering, de Holtinks. Naar men denkt zijn de marken vanaf de 13de eeuw ontstaan als formalisering van de buurtschappen, waarin ongetwijfeld al ongeschreven regels voor gemeenschappelijk gebruik golden. Rond deze tijd werd het door de toegenomen bevolkingsdruk belangrijk de grenzen (laken) tussen de verschillende marken precies vast te leggen. Marken ontstonden vooral op de arme zandgronden in Drenthe, Twente en de Achterhoek, maar ook in het Gooi. Het vastleggen van de grenzen gebeurde met markeringen: bomen, kuilen, houten palen, keistenen, kuilen en stenen palen, die naast natuurlijke afscheidingen, als beken, wallen en landweren de grens markeerden. In de Franse tijd kwamen de Marken onder druk te staan. Het landsbestuur vond dat het Markesysteem beperkend werkte op de economische ontwikkeling. De Marken hebben toch tot midden van de 19de eeuw bestaan. In 1837 bekrachtigde koning Willem I een aantal oudere wetten voor de opheffing van de Marken en de verdeling van de markengronden. De in 1832 operationeel geworden grondboekhouding van het kadaster was hiervoor onmisbaar. Tussen 1840 en 1870 werden de meeste marken verdeeld. Onder ‘verdeeld’ moeten we verstaan dat de gemeenschappelijke gronden onder de waardeelhouders, in omvang afhankelijk van hun waarddeel, werden verdeeld. De gemeentes die in en na de Franse tijd ontstonden waren samenvoegingen van twee of meerdere oude marken. De gemeente Borne is in 1810 ontstaan uit de samenvoeging van de marken Zenderen-Bornerbroek en Hertme(1). Een deel van de Markegrenzen werden gemeentegrenzen. Nauwkeuriger de buitengrenzen van de oorspronkelijke Marken waaruit de nieuwe gemeente werd gevormd, werden gemeentegrenzen. De markeringen die geen gemeentegrenzen werden verloren dus hun functie. Later, in 1972, heeft er nog een kleine grenscorrectie plaats gevonden. Hierbij waren de gemeenten Weerselo, Hengelo en Borne betrokken. Voor de gemeente Borne hield dit globaal in dat een gebied zuidelijk van het van Speykplein en in westelijke richting daarvan, tot de Spoorlijn Almelo-Hengelo en tot aan de Bornse beek bij de gemeente Borne ging behoren. Ondertussen zijn, o.a. als gevolg van de gemeentelijke herindeling in Twente per 1 januari 2001, veel gemeentegrenzen aangepast en is het behoud van de nog bestaande gemeentegrensstenen beslist niet vanzelfsprekend.
Bronnen
Hoe weten we waar voorheen grensmarkeringen zijn geweest? Hiervoor zijn er verschillende bronnen. De eerste bron zijn de Markeboeken, dat zijn de verslagen van de holtinks, de markevergaderingen. In diverse Markeboeken wordt het (her)oprichten van laakpalen genoemd. Daarnaast zijn er in de diverse Markeboeken verslagen van loakgangen (zie hiervoor verder in dit artikel) te vinden. Een tweede bron zijn grensconflicten die voor de rechtbank uitgevochten werden. Dit zien we in het bijzonder in de 18de eeuw op diverse plaatsen gebeuren. Nadat deze conflicten beslecht waren, werden vaak stenen palen geplaatst. Een lang slepend conflict speelde in het gebied op de grens tussen de Marke Zenderen-Bornerbroek en de heerlijkheid Almelo (zie verder) Een derde bron zijn de processen-verbaal van de grensbepalingen van de gemeentes. Na de Franse tijd werden de gemeentes verplicht de grenzen met hun buurgemeentes te beschrijven. In het boekwerkje ‘Grens- & Markestenen rond de gemeente Borne’ door mevr. van Harten-Fransen staat hierover: “Proces-verbaal der grensbepaling van het grondgebied der gemeente Borne. Op de 23ste dag van de maand mei 1820 zijn de heren W.C. Lantman, schout of burgemeester van Borne en J. Kommers, landmeter 1ste klas het grondgebied van de gemeente Borne rond gegaan. Goed georiënteerde aanwijzers waren benoemd om mee te gaan. Daarbij hadden zich gevoegd heren Schouten en aanwijzers van aangrenzende Marken, om gezamenlijk de bepalingen (de grenzen) tussen de bewuste Marken op te nemen.”
Bij de oprichting van de gemeenten kreeg de burgemeester de taak om te controleren of de grensmarkeringen, de zgn. laken, nog wel op dezelfde plaats lagen. De burgemeester ondernam samen met de veldwachter deze visitatietocht, waarvan elk jaar een verslag werd gemaakt. Deze visitatie ie in de loop der jaren afgeschaft.
Loakegang
Het behouden van het eigen gebied was voor iedere Marke van groot belang. De grenzen moesten hiervoor regelmatig gecontroleerd worden. Eens per jaar of half jaar inspecteerde de Markenrichter samen met enkele gecommitteerden. Enige ‘gezworenen’, dit waren oudere eigenaren van vol gewaarde erven, die een eed hadden afgelegd, begeleidden hen. Zo maakten ze gezamenlijk een rondgang (de lake) langs de grenzen van de Marke en werden alle grensmarkeringen gecontroleerd. Van de loakegang werd een verslag gemaakt. Deze rondgang, het ter lake gaan, werd tevoren door de kerkesprake in de kerken van de naburige Marken aangekondigd. Zij die meeliepen met de loakegang hadden niet het eeuwige leven. bevolking moest bekend blijven met de exacte plek van de markeringen. De kennis over de grensmarkeringen moest doorgegeven worden aan de jongere generatie. Men bediende zich van uiterst merkwaardige middelen door, kinderen uit die omgeving mee te nemen. Op een onverwacht moment werden deze kinderen hardhandig aan de oren en haren getrokken of ze kregen een ferme klap om de oren. Om het weer goed te maken kregen de kinderen onmiddellijk daarna noten of zoetigheid. Deze onrechtvaardigheid vergeet een kind zijn leven lang niet meer, maar ook de plaats waar het gebeurde is in zijn of haar geheugen gegrift en dat was nu juist het doel van deze toch wel macabere behandeling. Van oudsher waren op het verplaatsen, beschadigen of omhakken van grensmarkeringen volgden zware sancties. Werd iemand hierop betrapt dan volgde een zware straf.

Onduidelijkheid over grenzen
Op vele plaatsen bestond onduidelijkheid over de exacte grenzen van de Marke. En hoewel het vaak ging over de grens die zich in niet ontgonnen gebied (heide of veen), dus gebied dat het gezamenlijke bezit van de erven in de Marke was, kon hierover tussen de Marken jaren, ja zelfs eeuwen lang getwist worden. Onontgonnen gebied was namelijk van even groot belang voor de Marke als de essen (het landbouwgebied). Op de heide in het veen konden schapen geweid worden. Schapen die ’s nachts in schaapkooien, waar de mest wordt opgevangen, werden gehouden. In heide en veen gebieden kon geplagd worden. Plaggen die in de potstal, de stal waarin de koeien stonden, werden gelegd en waarin/ waarop zich de koeienmest verzamelde. Zowel de schapenmest als de plaggen met koeienmest waren van groot belang voor de vruchtbaarheid van de essen.

Een zich eeuwenlang voortslepende kwestie was de twist tussen de Marke Zenderen-Bornerbroek (enerzijds) en de Heerlijkheid Almelo. Deze twist begon in 1457 tijdens een lakengang waaraan deelnamen Otto van Rechteren (van huize Almelo) en gecommitteerden, o.a. Johan van Weleveld. Er ontstond een geschil over de grens, dat zo hoog opliep dat de heer van Weleveld de lakengang beëindigde en naar huis ging. Tijdens het bijna drie eeuwen durende geschil, is meerdere keren een overeenkomst gesloten hoe om te gaan met het betwiste gebied. Het gebied werd tot ‘eeuwig neutrale grond’ verklaard. Er werden ‘afspraken’ gemaakt over de grenzen, die in opdracht van Gedeputeerde Staten van Overijssel werden ingemeten. De afspraken werden echter voortdurend door zowel ‘de Sendersen’ als de ‘Almelosen’ geschonden. De grensstenen en grensbomen werden weggenomen of omgehakt. Over het steken van plaggen, het weiden van schapen, de jacht in het gebied en het laten begrazen met paarden (het uitdriften) werd voortdurend getwist. Paarden werden door de ‘tegenpartij’ afgevoerd, waarna de eigenaren moesten betalen om ze terug te krijgen. Het meningsverschil werd, nadat zich hierover een handgemeen tussen de rentmeester van huize Almelo en een Senderense boer, die bezig was plaggen te steken, had voorgedaan in 1722 beëindigd. Beide partijen werd op 4 en 5 september een verdeling aangeboden “van wederzijdse jurisdictie en territoir” dat door hen werd geaccepteerd. Het betwiste gebied werd toen definitief verdeeld. Op een plek waarover overeenstemming is bereikt is een steen met de veelzeggende naam “Vredepaal” geplaatst. Hier komen de Marken Ypelo, Senderen-Bornerbroek en huize Almelo samen. Aan de Bornse kant van de Vredepaal wordt de grond “het roergebied” genoemd. Hier hebben zich ongekende taferelen van twist en wraak afgespeeld tussen de boeren van Marke Senderen-Bornerbroek en huize Almelo: De steen is te bezichtigen bij erve Peeze, Wolbeslanden 5, Bornerbroek.
De werkzaamheden van het platform Markestenen en Markegrenzen in Twente
Een goed voorbeeld van deze werkzaamheden is het herstel van genoemde Vredepaal. Deze paal die in 1990 nog ongeschonden was, werd in 2015 gebroken aangetroffen. Hij is gerepareerd (gelijmd) door Bert Nijkamp uit Almelo. Daarbij kwam de inscriptie IHDB (Heilig huis van Jezus) tevoorschijn. Dit suggereert dat de steen afkomstig is van een gesloopt klooster.

Op een aantal plekken zijn Markestenen weer opgediept. Toen de stenen geen functie meer hadden zijn er vele, omdat ze voor de landbouwwerkzaamheden in de weg lagen, ‘ingegraven’. Hiertoe maakte men naast de Markesteen een kuil waar ze in werd gerold. Door te prikken met ijzeren staaf met een scherpe punt kan de steen worden gelokaliseerd en vervolgens herplaatst.
In het boekwerkje ‘Grenzen- en Markestenen rond de gemeente Borne’ van mevr. van Harten wordt aangegeven dat de Welemansteen in een kuil moet zijn verzonken. Het is een zgn. drieschichtsteen, een steen waar 3 Marken, Senderen-Bornerbroek, Weerselo en Woolde samen komen. Bij het schonen van deze kuil (vijver) in 2016 is de steen weer boven gekomen. Ze ligt nu in een tuin van een woning aan de Welemanserf.
Op veel plekken werd de Markesteen niet gevonden, ze is verdwenen. De reden hiervan is niet geheel duidelijk. Een reden kan zijn dat inwoners van Oost Nederland van zwerfkeien ‘houden’. Wie wil er niet zo’n mooie steen in de tuin? Op deze plekken is een replica geplaatst
Voorbeelden van herplaatsen van stenen zijn:
- De steen bij de vroegere technische school “Tibbeland”.aan het van Speykplein. In 2018 is hier een replica geplaatst. Bij de steen staat een informatiebord
- De steen aan Bloksteegweg. Dit is een originele steen. Ze ligt links van de Bloksteegweg, juist waar deze over de A1/A35 gaat
- De steen aan de Graesweg. Ze ligt juist na de onderdoorgang van de A1/A35 rechts van de weg. Dit is een replica.
- De steen aan de Bornerbroeksestraat .Deze steen ligt, komende van Borne links van het rijwielpad juist voor de Azelerbeek. Dit is een replica.
Op 17 juni jl. is een informatiebordje geplaatst bij de ‘Avenhuissteen’ gelegen nabij de Loolee, op de scheiding bouwland en het schouwpad langs deze brede beek, ter hoogte van de Bekkingvelderweg. Dit is de originele steen. De steen lag vroeger in het aangrenzende weiland. De steen heeft een rol gespeeld bij de twisten tussen de Senderen-Bornerbroek en huize Almelo.
Een volgend informatiebord zal worden geplaatst bij de steen bij de boerderij “de Lemerij” Dit is een originele steen, die op de oorspronkelijke plek ligt. De steen is onlangs, samen met de boerderij en het naastgelegen Joodse kerkhof als Gemeentelijk monument gewaardeerd. Plaatsing van het informatiebordje laat nog even op zich wachten omdat de grond van de gemeente Borne is. Deze grond die zij wil verkopen samen met de aanwezige begroeiing aan de gemeente Hengelo.
In de komende periode zal met de leden van de historische groep Bornerbroek worden samengewerkt om de Markestenen tussen de Marken Senderen-Bornerbroek en Azelo te vinden/terug te plaatsen.

Bron
Grens- & Markestenen rond de gemeente Borne door M.G.E. van Harten-Fransen
Noot
1) Wanneer in de tekst over de gemeente Borne, samengesteld uit de Marken Senderen-Bornerbroek en Hertme wordt gesproken, wordt de gemeente bedoeld zoals haar grondgebied er tot 1 januari 2001 uitzag.

