Auteur: Martin Thiehatten
Een tastbaar stukje Bornse geschiedenis lag jarenlang goed bewaard op de zolder van Jans en Ben Schoemaker. Het betreft een oud boekje dat ooit eigendom was van de bekende Bornse heelmeester Johannes Bernardus Schoemaker. Ben Schoemaker, verre nazaat van een broer van de dorpsdokter, besloot het te schenken aan het gemeentearchief. Het bijzondere document werd op donderdag 20 juli 2023 overhandigd aan burgemeester Jan Pierik. Hieronder het verslag van nader onderzoek naar het authentieke en waardevolle boekje.
Dokter Johannes Bernardus Schoemaker
Op 18 maart 1756 wordt te Groenlo geboren Antonius Henricus (Anthonie) Schoemaker. Hij is een zoon van Jan Bernard Schoemaker en Joanna Maria Nieuwenhuis. Als jongeman is Anthonie naar Amsterdam gegaan en heeft zich daar bekwaamd als chirurgijn. Twintig jaar oud wordt hij aangenomen als scheepsheelmeester op de oorlogsvloot van de republiek.
In 1788 verlaat hij de marine en gaat zich vestigen als plattelandsheelmeester in Borne aan de Brinkstraat. Op 24 juli 1798 trouwt Anthonie met Herminegild, dochter van Joannes en Janneke Kuijper. Op 3 juni 1799 wordt hun eerste kind, de zoon Johannes Bernardus geboren.

Johannes Bernardus gaat in 1816 naar Amsterdam om bij de heelmeester Marinkele te gaan werken als chirurgijnsleerling. Vier jaar later doet hij met succes examen bij de Commissie voor Geneeskunde te Zwolle. Hij gaat dan als 21-jarige de praktijk uitoefenen bij zijn vader in Borne.
Hij trouwt in 1829 met Maria Almeida Mulder uit Almelo en gaat wonen en praktijk houden op de hoek van de Marktstraat Oude Kerkstraat. Op 2 augustus 1829 wordt hij officieel benoemd tot gemeentegeneesheer. In 1830 neemt hij de praktijk van zijn vader over. Patiënten wonen in Borne, Zenderen, Hertme en Bornerbroek, maar ook in Hengelo, Almelo, Tubbergen, Oldenzaal en Deventer. In 1878 stopt hij met de praktijk en in 1879 overlijdt hij.
Het receptenboekje
Op 26 oktober word ik aangesproken door Jans Schoemaker. Ze heeft een oud receptenboekje van de bekende dokter Schoemaker. Zij en haar echtgenoot Ben weten niet wat ze daar mee kunnen doen, daarom kan ik het van hen krijgen. Misschien dat ik er wel iets mee kan. Daarop bezoek ik haar op 4 november en bekijk wat ze al vele jaren hebben bewaard. Het boekje heeft al een lange tijd bij hen op de zolder gelegen. Mijn eerste indruk is, dat het een oud authentiek en waardevol boekje is.
Misschien zit er wel een bijzonder verhaal in.
In het boekje staat op de eerste pagina de naam van J.B. Schoemaker en het jaartal 1816. Duidelijk is, dat hij begonnen is met de aantekeningen in het boekje, toen hij in Amsterdam in de leer ging bij heelmeester Marinkele.
Thuis heb ik het de recepten van alle kanten bekeken en geprobeerd om ze te lezen. Maar dat valt tegen. Zonder kennis van de geneeskunde lukt het me niet er iets zinnigs van te maken. Daarom roep ik de hulp in van oud-huisarts Hans Hobert. Hij doet verwoede pogingen om de recepten te ontcijferen, maar ook hij kan het oude handschrift niet goed lezen.

Ondanks dat haalt hij toch veel informatie tevoorschijn.
Maar om er beter achter te komen wat er allemaal in staat, stelt hij voor om iemand met kennis van oude handschriften te raadplegen.
Ik benader daarop eerst apotheker Movig, maar zij stelt voor, om het te proberen bij het apothekers museum. Daarop stuur ik een mailtje naar Wim Rakhorst in Gouda. Met hem heb ik in 2020 contact gehad bij mijn zoektocht naar de betekenis
van een gevonden tinctuur flesje. Tot mijn verrassing heeft deze gepensioneerde apotheker geen enkele moeite om de recepten te vertalen. Hij is bereid, meer recepten te vertalen en het museum heeft belangstelling om het receptenboekje in bezit te krijgen. In totaal heeft hij 9 recepten omgezet naar leesbare tekst. Ook stuurt hij mij een door hem geschreven artikel over het transcriberen van oude handgeschreven recepten, getiteld: DE ‘R’ VAN RECIPE: POTJESLATIJN IN DE FARMACIE. Daarin wordt uitgelegd, hoe oude recepten kunnen worden omgezet naar leesbare tekst en hoe allerlei afkortingen te herkennen zijn en aanduidingen worden verklaard. Voor mij is het een wetenschap op zich, die verder gaat dan ik begrijp.
In het boekje staan ten minste 15 recepten van pleisters. Een pleister is tegenwoordig een begrip voor iets als Hansaplast, maar vroeger werd daar iets anders onder verstaan, zoals de verklaring die nog te lezen is in het Van Dale Groot Woordenboek der Nederlandse Taal.


Pleister is een kleverig materiaal, dat ergens op kan worden gesmeerd. Tegenwoordig kent men dat van het werk van een stukadoor, die muren en plafonds van een laag pleister voorziet.
Naast pleisters staan er in het boekje ook veel recepten van zalven en allerlei andere medicijnen.
In totaal heb ik 180 recepten geteld, waarvan vier stuks niet voor genezing. Het waren recepten voor schrijfinkt, chocolade, aardbeien dessert en iets tegen ratten en muizen.
Zelf heb ik één recept getranscribeerd, maar begrijpen doe ik het niet. De recepten laten de taal van een apotheker zien, een onbegrijpelijke vaktaal voor een leek. Wel heb ik alle pagina’s gescand.

Ook neem ik contact op met het Bornse gemeentearchief, die ook belangstelling toont voor het boekje. Helemaal nadat ze van mij de gescande teksten hebben ontvangen. Zij willen graag het boekje in eigendom krijgen. Daarna willen zij het wel een aantal jaren uitlenen aan het apothekersmuseum. Als ik dat doorgeef blijkt Gouda geen museum te hebben maar een depot. Zij lenen zelf uit aan musea. Ze hebben alleen belangstelling voor de gescande teksten. Die heb ik daarop opgestuurd naar het apothekersdepot.
Wim Rakhorst betrekt ook Mart van Lieburg bij de recepten, een emeritus hoogleraar medische geschiedenis. Die vraagt zich af, of onze dokter Schoemaker de voorvader is geweest van dr. Jan Schoemaker, een heel beroemd chirurg, die in september 1940 is overleden. Ik krijg een In Memoriam van hem toegestuurd. Deze Jan Schoemaker is geboren in Almelo, heeft in Leiden gestudeerd, is in 1895 bevorderd tot arts en heeft in 1896 de doctorstitel verworven op een proefschrift over Techniek van de darmnaad. Hij heeft veel publicaties in binnen- en buitenland op zijn naam staan en lezingen gegeven op congressen van chirurgen in onder andere Berlijn en Cairo. Hij was de eerste specialist in Nederland die met röntgenstralen werkte en hij was de uitvinder van de maagklem en het overdruk apparaat voor longoperaties. De overgrootvader van Ben Schoemaker, Jacobus Andreas, was een broer van dokter Johannes Bernardus Schoemaker. Chirurg dokter Jan was dus een nazaat van Johannus Bernardus enhun belangstelling werd optimaal. Ik liet hen weten, dat over Johannus Bernardus Schoemaker in 1999 een boekje is uitgegeven, maar niet meer te koop.
Ik stuurde ze de gegevens van dat boekje en na amper een kwartier kreeg ik een bericht terug. Het boekje was nog te koop op de website boekwinkeltjes.nl, maar Rakhorst was net te laat, want Van Lieburg had het snel besteld.

Wat te doen met het boekje
Tijdens een aangenaam bezoek aan Ben en Jans Schoemaker hebben we bij een goed kopje koffie gesproken over de herkomst van het receptenboekje. Ben en Jans hebben op de plek van het oude huis van Bens vader in 1989 een nieuwe woning gebouwd. Bij de afbraak van het oude huis kwam op de zolder een grote kist tevoorschijn, met een aantal kerkboekjes (missaals), het originele doopjurkje van zijn vader en diverse andere oude spullen. Daarbij zat ook het receptenboekje, wat daarna een plekje kreeg in een kast van de woonkamer. Een plan daarvoor was er niet, totdat ze op het idee kwamen, het aan mij aan te bieden. Misschien zou ik er nog wat mee kunnen. Ik ben er mee aan het zoeken gegaan, wat ik in dit verhaal verder heb beschreven. Hoe het receptenboekje bij hen is terecht gekomen is niet duidelijk geworden. De overgrootvader van Ben was Jacobus Andreas Schoemaker, een broer van de beroemde Bornse huisarts Johannes Bernardus Schoemaker. Zoon Toon van Johannes Bernardus wordt arts in Almelo en zet het beroep van zijn vader voort.
Toon trouwt met Maria Josephine Bowles speelde de geloofskwestie een grote rol en de contacten met de Bornse familie worden zeldzaam. Toon overlijdt 51 jaar oud op 6 juni 1885 en korte tijd later vertrekt zijn weduwe naar Leiden.
Vermoedelijk is alles, wat dokter Johannes Bernardus heeft nagelaten, bij familie in Borne blijven liggen. Zo zal het receptenboekje uiteindelijk bij Ben zijn terecht gekomen. Na overleg met Jans en Ben Schoemaker is besloten, het boekje te gaan schenken aan het gemeentearchief.
Op 20 juli zijn Ben en Jans Schoemaker en ik uitgenodigd voor de officiële overdracht van het receptenboekje aan het gemeentearchief bij restaurant De Ster. Op deze locatie stond vroeger het Oale Doktershoes, waar de Bornse plattelandsheelmeester heeft gewoond en zijn praktijk uitoefende.

Het overdrachtsdocument wordt ondertekend door Ben Schoemaker en namens de gemeente door archivaris Niels Bakker. Daarmee is de eigendom van het boekje formeel aan de gemeente Borne is overgedragen.

Daarmee is het boekje voor de toekomst op een goede manier behouden.
En wie er op enig moment dieper in willen duiken, dan is het gemeentearchief altijd beschikbaar voor verder onderzoek.
(–> naar PDF-versie van deze publicatie)
(–> naar Inhoudsopgave 2023-02)
(–> naar Boorn & Boerschop pagina)