Boorn & Boerschop 2023-01: 50 jaar geleden in Borne

geplaatst in: Boorn & Boerschop, Publicatie | 0

Auteur: Bertie Velthuis

In de eerste maanden van 1973 ontstond er plotseling nogal wat ophef omtrent het storten van afval afkomstig van de Eternit-fabriek te Goor in de (voormalige) kleigaten, gelegen aan de Tichelkampweg en de Oude Deldensestraat (thans Steenbakkersweg). Wat was de aanleiding voor deze ophef, wat gebeurde er precies en hoe is het afgelopen?

De ‘normale’ gang van zaken

Vanaf 1955 wordt er afval in de voormalige kleigaten gestort. Er rijden vrachtwagens van verschillende bedrijven af en aan. Deze hebben een contract, of niet, met de eigenaren van de kleigaten, in het onderhavige geval, de Maatschappij tot Exploitatie van Onroerende Goederen ‘Twente’ B.V.’, de opvolger van de laatste eigenaar H. Morselt. Toen gevestigd in Neede, eerder in Almelo. Overigens: Niet alleen in de kleigaten van de fa. Morselt wordt afval gestort. Dit gebeurt ook in de kleigaten van de fa. Scholten, gelegen aan de overzijde van de Oude Deldensestraat. Dit artikel gaat over het storten van Eternit-afval in de kleigaten van de fa. Morselt. “Twente B.V’. kreeg een Hinderwetvergunning voor het storten van afval en puin. Hieraan zijn voorwaarden verbonden. Er wordt in de vergunning niet expliciet over Eternit-afval gesproken. Kennelijk valt dit afval onder ‘puin’ Het Eternit-afval bestaat uit mislukte werkstukken: buizen, platen en ander bij de productie overtollig materiaal.
Eternit is een bedrijf in Goor dat golfplaten, buizen enz. vervaardigt, bestaande uit asbest gebonden met cement. In het product is 10 % asbest verwerkt. Asbest is een vezelig silicaatmineraal materiaal dat in mijnbouw gewonnen wordt. Asbestos betekent in het Grieks onbrandbaar/onverwoestbaar.
Wat er allemaal wordt gestort is niet duidelijk. Het is een breed palet aan stoffen. Hoewel de kennis hieromtrent later heel belangrijk zal blijken te zijn is deze voor dit artikel niet, omdat dit handelt omtrent de gebeurtenissen in de eerste maanden van 1973. Nu gaat het over het storten van Eternit-afval.
Er wordt, zeker volgens huidige maatstaven erg weinig geklaagd. Mogelijk ligt dit aan de tijdgeest (de opbouwperiode), maar ook omdat de afstand tussen de kleigaten en de bebouwde kom van Borne, op enkele woningen in de onmiddellijke omgeving na, relatief groot is. De 197 woningen van de Tichelkamp worden in 1973 gebouwd, dus juist na de beschreven periode. Het is wel de tijd waarin ‘het milieu’, denk aan het rapport van de Club van Rome ‘Grenzen aan de groei’, belangrijker wordt.
Alleen de heer B. Morshuis (de Plaat) klaagt regelmatig. De toegangsweg naar het stort gaat langs zijn woning/bedrijf. In 1970 wordt er breed geklaagd over enorme stankoverlast en lawaaioverlast ’s nachts. Mogelijk afkomstig van stortingen van de Nam (boorspoelingen) of Stork Chemie. De N.A.M. blijkt ‘s nachts te storten. De gemeente neemt maatregelen. De plaats van storten moet verder van de woningen liggen. Door de landbouwers Hassels Mönning, Rientjes en Schwering, eigenaren van naastgelegen percelen, wordt geklaagd over wateroverlast. Wanneer er wordt gestort loopt er namelijk water uit de geheel met afval gevulde kleigaten over naar hun percelen. Het water kan namelijk niet in de grond trekken, omdat de bodem en de wanden uit leem bestaan. En, zo stellen de landbouwers, mogelijk is het water vervuild en schadelijk voor de gewassen en de dieren. Los van de klachten van deze landbouwers wordt het storten als ‘normaal’ gezien

Afb. 01: Resten van Eternitbuizen gestort in het kleigat

De aanleiding voor de ophef

Wanneer er op 12 december 1972, bij een controle samen met het Eternit-afval zeven vaten blijken te zijn gestort wordt ‘alles’ anders. De vaten zijn afkomstig van Palthe N.V., fabriek voor chemisch reinigen te Almelo. Drie vaten bevatten een drab van stofresten, zeepresten en perchloorethyleen, afkomstig van reinigingsmachines. Perchloorethyleen is een zeer giftige stof en bij inademing heeft het braken, misselijkheid en duizeligheid tot gevolg. ‘Bovendien werkt het op het zenuwstelsel’, zo staat in het rapport van de directeur gemeentewerken aan het gemeentebestuur. De vaten moeten de volgende dag om 12 uur zijn verwijderd, zo gelast de directeur de vergunninghouder, maatschappij ‘Twente B.V.’. De directeur schrijft: ‘de volgende morgen waren de vaten onvindbaar’. De fa. Grobben heeft bericht dat ze in de namiddag van 12 december met een kraantje waren verwijderd en weer teruggebracht naar Palthe B.V. De directeur betwijfelt dit echter, daar op de plaats waar ze gestort waren driftig met een bulldozer was gewerkt. De volgende dag is de gemeente bij Palthe N.V. op bezoek. Daar waren 7 vaten, maar of dit dé vaten waren, blijft twijfelachtig. De gemeente Borne constateert op 8 februari 1973 dat er op vele punten niet aan de voorwaarden wordt voldaan. Eternit en ‘Twente B.V.’ zeggen toe dat ze maatregelen zullen nemen.

Het gevolg van het storten van de vaten

Het is niet duidelijk hoe, maar plotseling komt het C.A.T. in beeld. Het C.A.T. staat voor Centraal Actie Comité Twente. Het is opgericht op de Technische Hogeschool Twente. De politieke partij S.P. is de initiatiefnemer. In de eerste week van maart verspreiden studenten van de U.T. in de wijk ’t Wensink huis aan huis folders, waarin wordt gesteld dat het afval niet volgens de regels van de hinderwetvergunning van mei 1969 wordt gestort en afgedekt. Ook wordt er op gewezen dat dat het ‘Eternit-stof’ kankerverwekkende eigenschappen kan hebben. Veel omwonenden zijn het met de constateringen van het C.A.T. eens. De vrachtwagens van de fa. Grobben uit Almelo waarmee het afval van Eternit wordt aangevoerd, verliezen vaak lading omdat ze niet goed zijn afgedekt of ze lekken. Het is te vergelijken met sneeuw. “Het dwarrelt, is wit en komt overal,” zo wordt gezegd. De wagens zouden natgespoten worden maar dit is slechts de buitenzijde. De Tichelweg is wit uitgeslagen van de asbest. Bij het storten stuift het sterk. Het Eternit-afval gaat gedeeltelijk in plastic zakken, die, wanneer ze van de wagen vallen scheuren, met als gevolg stof. Men is van mening dat het vooral na enkele droge dagen gaat het stuiven. Ook zouden de stortingen niet worden afgedekt. Er zijn ook omwonende die zeggen geen hinder van het storten te ervaren. Ook zijn er buurtbewoners die nog bruikbare stukken (golf)platen en buizen uit het stort halen. Voor kinderen zijn de kleigaten avontuurlijke speelplekken. Zonder enig probleem spelen ze met hun laarsjes in de Eternit-drab.
Er wordt een actiecomité gevormd. Die bezorgt huis aan huis een flyer hierin wordt gesteld dat het bij het storten stuift en de stort niet goed wordt afgedekt. Ook merken ze op dat bij het storten van dit afval in het buitenland de werknemers daarbij gasmaskers gebruiken. Ze kondigen aan een petitie op te stellen. De inhoud van de petitie is als volgt:
Petitie aan het gemeentebestuur van Borne. De ondertekenaars van deze petitie spreken zich met de meeste nadruk uit tegen de storting van asbestafval aan de Oude Deldensestraat, vanwege de daaraan verbonden gevaren voor de gezondheid. Een verbod op het storten van asbestafval zien zij als de enige afdoende maatregel. Zij verwachten dan ook van de gemeente, dat zij aan deze wens gevolg zal geven en zo spoedig mogelijk de nodige stappen zal ondernemen. De notitie wordt door 350 personen ondertekend.

Afb. 02: Deze foto laat zien dat het stort juist níet afgedekt is

De petitie wordt op 26 maart door de heer G. Dijkman van het C.A.T. in gezelschap van 3 huisvrouwen aan burgemeester Bevers en wethouder Ensink aangeboden.
Wethouder Ensink van Milieuzaken zegt op 8 februari in de raadscommissie volksgezondheid verrast te zijn over de opgang gekomen actie. Hij zegt dat het Eternit-stof zodanig gebonden wordt dat het net zo hard wordt als cement en dat er daardoor geen gevaar bestaat voor de volksgezondheid. Hij wordt hierin gesteund door de Inspectie van de Volksgezondheid en uiteraard ook door Eternit. Het stort wordt volgens hem goed afgedekt en er zou regelmatig worden gecontroleerd.
In de vergadering Volksgezondheid een maand later blijkt dat de wethouder geen enkele waardering kan opbrengen voor de manier waarop het C.A.T. actie voert. Hij noemt de actie, omdat niet vooraf contact is opgenomen met de gemeente of Eternit, ‘zonder meer kwajongenswerk en een vorm van milieubederf’. Hij zegt echter ook dat, zodra blijkt dat de stortplaats gevaar voor de volksgezondheid oplevert, er beslist afdoende maatregelen zullen worden genomen. In deze vergadering wordt duidelijk dat volgens de voorschriften in de Hinderwetvergunning het gestorte Eternit-afval niet behoeft te worden afgedekt. Het gaat namelijk om een inert materiaal, oftewel een niet bodembedreigende stof.

Bijeenkomst met inwoners en deskundigen

Het CAT belegt op 22 maart onder voorzitterschap van J.A. Heijwegen uit Enschede een bijeenkomst in café Van de Werf (’t Laantje) te Borne. Jaap Grootenboer, ambtenaar van de gemeente Borne, maakt van de bijeenkomst een verslag voor zijn werkgever. Hij schrijft onder meer: ‘de manier waarop het probleem m.b.t. asbest wordt ingeleid staat in sterk contrast met de manier waarop de actie is gevoerd’. De leider van de avond. Jan Hijwegen, afgestudeerd aan de TH Twente op het voor ons belangrijke onderwerp asbest, vertelt dat zijn opvattingen sterk overeenkomen met die van Dr. J. Stumphius, bedrijfsarts te Vlissingen, die sterke aanwijzingen heeft voor de gevaren van asbest. Waarom Vlissingen? Op de scheepswerven van Vlissingen, Amsterdam en Rotterdam wordt veel met asbestproducten gewerkt. Daar doet de asbestproblematiek zich versterkt voor.
De daarop volgende discussie heeft een goede sfeer. Jaap geeft geen informatie over het aantal aanwezigen. Wel zijn er enige bewoners van Wensink 1 en wordt melding gemaakt van klaagsters over ‘wolken stof in de omgeving van de woning’. Verder noemt hij de heer B. Morshuis, die een tankstation aan de Tichelkampweg heeft (de Plaat). Hij zou veel praten maar weinig medestanders hebben. Over de ‘politieke aanwezigen’ is hij duidelijker. De voltallige fractie van de PvdA en de heer Boers van de Christen fractie. Hij prijst met hoofdletters de heer Brink (fractievoorzitter van de PvdA.) die zijn waardering uitspreekt voor de manier waarop de wethouder de zaak heeft aangepakt. Ook aanwezig is Prof. Dr. Ir. G. A. Verbraak, hoogleraar Materiaalkunde in Enschede. Deze staat ‘zonder meer’ achter de intenties van de bezwaarmakers tegen het storten van Eternit-afval. Hij stelt voor de proeven op asbestafval te herhalen. Bij deze proeven mag ook wethouder Ensink en zijn milieuambtenaar aanwezig zijn. Er wordt een exemplaar van het rapport van Dr. J. Stumphius ‘bemachtigd’. Het rapport gaat over de medische consequenties van de vestiging van een asbestfabriek te Vlissingen. Het rapport van Dr. Stumphius zou aanleiding zijn om een landelijke actie te voeren tegen asbestverbruik. Het zou de reden zijn dat asbestfabrikanten een tegenwerkgroep hebben opgezet.
Jaap stuurt ook het rapport van Dr. Stumphius samen met zijn verslag aan het college van B. en W.
Hij eindigt zijn verslag met de volgende, mijns inziens nogal dreigende, oproep. Conclusie: Het verdient ernstige overweging zeer zorgvuldig na te gaan, welke gevaren verbonden zijn aan het bestaan van een Eternit-afvalstortplaats binnen de gemeente Borne. Jaap is kennelijk doordrongen van de ernst van de zaak.
Wethouder Ensink is bij deze bijeenkomst niet aanwezig. De opgestelde petitie kan daarom niet aan hem worden aangeboden. Dit gebeurt enige dagen later. Er is ook een journalist van het VARA-programma ‘Dingen van de Dag’ aanwezig. Hij heeft een aantal dames geïnterviewd alsmede Jan Hijwegen. De uitzending vindt vermoedelijk op 23 maart plaats.

Afb. 03: Onder toezicht van vele belanghebbenden, waaronder wethouder Ensink, doet Prof. Verbraak op de TH Twente onderzoek naar het vrijkomen van asbest bij het breken van Eternit materiaal. Prof. Verbraak staat rechts

Onderzoek

In de loop van de maanden is aan de TH Twente, onder leiding van Prof. Dr. Ir. C. A. Verbraak veel onderzoek gedaan. Alle ‘belanghebbenden’ mogen op 28 maart bij een onderzoek aanwezig zijn. Het wordt hierbij duidelijk dat de binding tussen asbest en cement niet afdoende is. Bij het breken of schrapen kunnen er inadembare asbestvezels vrijkomen. Op dezelfde dag verklaart Dr. Stumphius in Tubantia dat ‘het beslist niet waar is dat de binding van het asbest met het cement zo groot is dat er bij breken of verpulveren geen asbest kan vrijkomen. Asbest komt onherroepelijk vrij als je Eternit breekt. Ik heb daar zelfs foto’s van gemaakt, dat dat onweerlegbaar laat zien”. Er moet worden gehandeld.

Extra voorwaarden aan de Hinderwetvergunning

Het storten van het Eternit-afval wordt niet verboden. De milieu-functionaris van de Stedenband Twente Dr. De Klerk adviseert dat wanneer aan extra op te leggen voorwaarden wordt voldaan en andere voorwaarden worden aangescherpt, het storten niet behoeft te worden beëindigd. De belangrijkste extra aangescherpte voorwaarden zijn: Het aangevoerde asbesthoudende materiaal, met uitzondering van brokken en resten van gereed product, moet zodanig zijn bevochtigd, dat tijdens het storten en bij het afdekken ervan dit materiaal niet kan verstuiven of zich buiten de stortplaats kan verspreiden. De gestorte afvalstoffen, met inbegrip van inert afval, moeten aan het einde van de dag, dat afval is aangevoerd, geheel zijn afgedekt met een laag aarde, zand of sinters van tenminste 30 cm dikte. De extra aangescherpte voorwaarden treden op 10 juli 1973 in werking. De milieuambtenaar adviseert ook het nog resterende kleigat zo spoedig mogelijk, met puin op te vullen.

In 1977

Deze rubriek handelt over ‘50 jaar geleden’. Toch wil ik nog even verder kijken. Begin 1977 zegt Eternit tegen wethouder Ensink dat ze haar stortactiviteiten heeft beëindigd. In het Hengelo’s Dagblad verschijnt een publicatie dat het stortterrein ‘er slecht bij ligt’. Onderzoek van gemeentewerken toont aan dat een deel van het asbeststort niet met een 50 cm. dikke laag aarde is afgedekt en dat er ten behoeve van stortactiviteiten een weg van Eternit-afval is aangelegd. Wanneer hier vrachtwagens over rijden verpulvert het Eternit-afval en kan asbeststof in de atmosfeer komen. De gemeente Borne neemt maatregelen en beveelt Eternit alsnog de nog niet afgedekte delen van het stort met 50 cm. aarde af te dekken.

Tot slot: van hinder tot gevaar

Met verbazing zullen velen onder u bovenstaande hebben gelezen. Hoe is het mogelijk dat Eternit gedurende ruim 20 jaar afval van haar productie zonder goede voorzorgmaatregelen in het kleigat heeft kunnen storten? Er zijn een aantal redenen op te noemen. Daarvoor moeten we ons verplaatsen naar de tijd waarin het gebeurde, in de zogenaamde wederopbouwperiode:
er moet veel gebeuren, de aandacht voor het milieu staat op een laag pitje en producten van de Eternitfabriek zijn dan populair, het is zogezegd goed ‘spul’. Het wordt in de bouw en industrie veel toegepast. Timmerlieden zagen en boren vrolijk in het materiaal. In de bouw wordt het op veel plaatsen gebruikt. Te denken valt aan dakbeschot, buizen, borstweringen en vensterbanken. In vloerbedekking als marmoleum en linoleum wordt het om haar sluitvastheid verwerkt. In de industrie worden leidingen waardoor warme vloeistoffen lopen er mee geïsoleerd. Wie kent niet het asbest verdeelplaatje, ook wel sudderplaatje genoemd, dat dan nog tot in de jaren 70 in veel keukens wordt gebruikt. Afval van verwerkt materiaal mag door de werknemers van Eternit gratis worden meegenomen. Op deze wijze zijn veel plekken, waaronder (boeren) erven, fietspaden en paadjes in tuinen in heel Twente met Eternit-afval vervuild. Men kent dan de gevaren van asbestvezels nog niet.

Afb. 04: Overhandiging petitie aan burgemeester C. Bevers en wethouder Ensink door de heer Dijkman vergezeld van de dames H. Ensink, G.H. Zomer en B. Hondebrink. In het midden B.Morshuis op de achtergrond de gemeentebode

Hoewel men tegenwoordig denkt dat Eternit veel eerder wist van de gevaren, wordt dit pas begin jaren ‘70, zoals ook uit dit artikel blijkt, echt duidelijk. Deze onwetendheid is ook de reden dat omwonenden van de kleigaten niet eerder aan de bel trekken. Het zijn de mensen van het C.A.T. en van de TH Twente die alarm slaan. Dat deze duidelijkheid zo lang op zich heeft laten wachten komt vooral voort uit het feit dat de incubatietijd tussen de 20 en 40 jaar ligt. Pas vanaf 1993 is gebruik van asbest in nieuwe producten verboden. Midden jaren tachtig wordt in Twente door de provincie Overijssel een actie in gang gezet om (boeren)erven, fietspaden en half verharde wegen waar asbestafval is gebruikt te saneren. Tegenwoordig moet er bij een voorgenomen sloop eerst een asbestinventarisatie-onderzoek plaatsvinden en zien we bij vele sloopwerkzaamheden de mannen in witte pakken, de zogenaamde ‘maanmannetjes’

(–> naar PDF-versie van deze publicatie)

(–> naar Inhoudsopgave 2022-03)

(–> naar Boorn & Boerschop pagina)